Op pad met de deurwaarder: een bijzonder verhaal
Waar men op kantoor zich bezighoudt met de behandeling van de dossiers, neemt de gerechts-deurwaarder het werk buiten voor zijn of haar rekening. Dossiers worden gezichten en namen worden verhalen. Deze nieuwe rubriek geeft u inzicht in het leven van de gerechtsdeurwaarder. Het zal verhalen opleveren die u doen glimlachen, maar ook verhalen die u raken. En eigenlijk is dát de essentie van ons werk: de tegenstrijdigheid in ons dagelijks bestaan.
Voor het eerste verhaal van deze rubriek neem ik u mee terug naar het jaar 2013. Het is het jaar waarin ik mocht beginnen aan de deurwaardersopleiding en dus nog geen ambtshandelingen mocht verrichten. Ik stuitte echter in dat jaar op een dossier dat zo’n indruk op mij heeft gemaakt dat ik dat de moeite waard vindt om met u te delen.

Ik werkte op de afdeling Huur. Van een groot advocatenkantoor kregen we de opdracht om een ontruiming te verrichten.  Voor een afdeling Huur geen ongebruikelijke opdracht, zou je zeggen. De opdracht zelf was dat ook niet. De leeftijd van de bewoonster echter wél: het betrof een mevrouw met de respectabele leeftijd van 93 jaar. Doordat de vrouw zo op leeftijd was, besloten we om een huisbezoek af te leggen vóór de ontruiming. Ik was daarvoor verantwoordelijk, dus met enige spanning in mijn lijf ben ik op 20 november 2013 op pad gegaan voor het meest indrukwekkende huisbezoek uit mijn prille carrière.

Het bleek om een mooi appartementencomplex in Loosduinen te gaan. Toen ik beneden aanbelde, werd er niet opengedaan. Gelukkig kwam er net een buurvrouw aan die met een druk op de knop de deuren open liet zwaaien. Achter haar aan liep ik naar binnen. Ik liet mijn blik snel over de huisnummers gaan terwijl ik in de rondte keek. Terwijl ik in de richting van het betreffende appartement liep, zag ik de gordijntjes naast de voordeur al bewegen. Voordat ik op de deurbel drukte, zwaaide de deur al open. Ik stond oog in oog met een mevrouw, die al zittend op haar rollator druk aan het telefoneren was. Ze drukte me, voordat ik me goed en wel had voorgesteld, de telefoon ineens in mijn handen. Blijkbaar wist degene aan de andere kant van de lijn waarvoor ik kwam. Hij stelde zich voor als “Faisel” en begon gelijk over de ontruiming die over twee dagen gepland stond. Ook vertelde hij dat hij mevrouw hielp met inpakken en bezig was dit voor haar op te lossen. Het leek me een kloppend verhaal, want het (zeer ruime en fraaie) appartement stond inderdaad bezaaid met half ingepakte verhuisdozen. 
Een naar gevoel
Mij bekroop een naar gevoel toen ik “Faisel” doorvroeg over wat zijn relatie was met mevrouw en welke opvang hij voor haar geregeld had als de ontruiming eenmaal ging beginnen. Hij bleef vrij vaag over zijn relatie met haar en vertelde dat ze “anders wel bij hem in Amsterdam kon komen wonen”. Toen ik mijn telefoongesprek met hem beëindigd had, begaf ik mij naar de woonkamer. Daar trof ik mevrouw aan, zittend op haar rollator. Terwijl de tranen langs haar wangen biggelden vroeg ze mij wat zij toch misdaan had dat ze haar huis nu uit moest en vroeg mij of ik boos op haar was. Terwijl mijn hart naar haar uitging, heb ik haar uitgelegd dat ik in het geheel niet boos op haar was en heb haar verteld wat er zoal bij zo’n ontruiming komt kijken. Ik heb geprobeerd haar te kalmeren en toen dat eenmaal gelukt was, vertelde ze me dat “Faisel” eigenlijk de enige was die ze nog had. Hij had echt geprobeerd om dit allemaal te voorkomen, maar het was hem vooralsnog niet gelukt. Ze hoopte dat hij er alsnog uit kon komen met de verhuurder, want haar huisje was haar zo lief.
Eenmaal terug op kantoor, besloot ik mijn bevindingen direct met de gerechts-deurwaarder te delen. Alles in mij verzette zich tegen een snelle ontruiming. Ze had nog niet alles ingepakt, wist totaal niet in welke situatie ze verzeild was geraakt en er was mij niet duidelijk geworden dat ze op een goede manier opgevangen zou worden. We besloten, tegen onze gewoonte in, om de gemeente Den Haag te bellen en hen aan te geven dat er over twee dagen een mevrouw van 93 jaar ontruimd zou worden. Vanaf dat moment raakte alles in een stroomversnelling. 
Gemeente Den Haag biedt helpende hand
Een uur later werd ik terug gebeld door een sociaal raadsvrouw van de gemeente Den Haag. Zij had gebeld met mevrouw en had het telefoonnummer gekregen van “Faisel”. Ook haar bekroop datzelfde nare gevoel haar toen ze hem sprak. Ze heeft daarom direct een team van 6 mensen geformeerd en heeft mevrouw bezocht. Een aantal mensen hield zich bezig met mevrouw en een ander deel bekommerde zich om de financiële administratie van mevrouw. Hieruit bleek het volgende: “Faisel”  beheerde de rekeningen van mevrouw en had de beschikking over haar bankpas. Elke maand werd op de 24e haar pensioen gestort. Dat werd op de 26e van elke maand in zijn geheel van de rekening afgehaald. “Faisel” liet er wel voldoende op staan om de zorgpremie te betalen. Als de zorgpremie immers langer dan 6 maanden niet wordt betaald, beginnen instanties vragen te stellen. Mevrouw bleek wat succesvolle beleggingen te hebben gehad in Brazilië en huizen met flinke overwaarde te hebben verkocht. Op het hoogtepunt van dat succes stond er meer dan € 600.000 op haar rekening. Dat geld was weg. “Faisel” was tot slot ook nog enig erfgenaam van mevrouw. Het feit dat hij zich nu zo actief met de zaak bemoeide, was het bewijs dat het hem iets te heet onder de voeten werd.
Door de gemeente Den Haag is er direct actie ondernomen naar de bank. De machtiging voor het beheer van de rekening moest worden teruggedraaid. Toen kwam vanuit de gemeente echter wel de al verwachte vraag: kan de ontruiming worden uitgesteld? Dan zie je dat je als gerechtsdeurwaarder in een netelige positie kunt zitten. Je weet dat mevrouw het slachtoffer is geweest van je reinste vorm van oplichting, maar toch is er die druk van de opdrachtgever die wil dat de ontruiming doorgaat. De gerechtsdeurwaarder is op zijn strepen gaan staan en heeft voor elkaar gekregen dat de ontruiming een week verschoven kon worden. De gemeente heeft er zorg voor gedragen dat mevrouw voor die tijd netjes met al haar spullen in een keurig verzorgingstehuis terecht kwam en met een ontruiming niets te maken heeft gehad. Ook kreeg zij na dit alles gewoon weer zelf het beheer over haar geld.
Dubbele gevoelens
Als je als (beginnend) deurwaarder terugkijkt op deze situatie, heb je te maken met verschillende gevoelens. Ik heb een trots gevoel over het feit dat ik een oplichter het leven zuur heb gemaakt en (indirect) een eind heb gemaakt aan de misselijkmakende praktijken waar hij mee bezig was. Ook ben ik er trots op een spilletje te zijn geweest in een veel groter netwerk van radartjes. Het samenspel tussen de gemeente, deurwaarder en opdrachtgever was mooi en leerzaam om te zien. Maar weet u, het gevoel van verdriet overheerst. Want ondanks het succes die deze operatie teweeg heeft gebracht, ben ík diegene geweest die de wereld van deze 93-jarige overhoop heb geschopt. Ze waande zich veilig en dacht dat die persoon waarvan zij hield, oprechte interesse in haar had. Die ene persoon die zij haar leven toevertrouwde, bleek niet de persoon te zijn die ze dacht dat hij was. Ik heb haar erop gewezen dat de wereld om haar heen een sprookje was. Het was een broodnodige, maar wel ondankbare taak.

Zo ziet u: we brengen niet alleen maar exploten rond. We proberen datgene te doen wat goed is. En dat is soms heel lastig. Zeker als je in situaties komt waarin je hoofd niet luistert naar je hart en je je, 3 jaar later, nog steeds de details van deze zaak en het gezicht van deze vrouw scherp voor de geest kan halen. Ik kan alleen maar hopen dat de beste mevrouw 110 wordt en zo de tijd krijgt om het vertrouwen dat ze eens had in de wereld, te herstellen. 
Michael Smitskam
Kandidaat gerechtsdeurwaarder